Nog meer dagboek

Het dagboek is hot: thuisgekluisterden; spoedartsen, geïnterneerde influencers, iedereen wil de eigen isolatie opheffen door te delen en je moet je medium met iets opvullen wanneer het echte nieuws zich beperkt tot ‘de situatie is ongeveer zoals gisteren, hier en daar minder ernstig , elders meer ernstig’.. Verhalen vertellen was altijd een remedie om eenzame afzondering te verlichten, we hebben er de mild-erotische Decamerone ( Bocacio) aan te danken, en een heel stuk projectieve meetkunde (Poncelet, minder populair als bedlectuur). De magistrale beschrijving van destructieve invasie door een onzichtbare vijand werd onovertroffen beschreven door Albert Camus in La Peste. Een feest van herkenning: eerst onverschilligheid en ontkenning, dan de paniek en chaotisch verzet, achterbakse pogingen om het eigen vel te redden ten koste van anderen, berusting en opheffing van de quarantaine wanneer de levenden de cadavers inhalen. De Pest staat dank zij Corona opnieuw wereldwijd in de boeken top-10. Nochtans was voor Camus het onderwerp niet bepaald microbiologisch, de Pest besmet vrije geesten, de puisten zijn totalitaire regimes. Camus was zijn tijd ver vooruit, je leest bij hem ‘Il y a dans l’homme plus de choses à admirer qu’à mépriser’, doet dat je niet denk aan het populaire boekje ‘De meeste mensen deugen: een nieuwe geschiedenis van de mens’( Bregman)? Camus bekladde minder bladzijden en smeedde eens zo knappe inhoudsvolle zinnen.

Zo veel ambitie en inzicht draag ik niet. In de vuurlinie zoals de spoedartsen vind je me momenteel niet; wel daar waar altijd de vergeten slachtoffers vallen,: vrouwen, kinderen, liefde en gezond verstand. Wil je weten hoe het leven dag na dag verloopt in onze tussenhoede dan nodig ik je uit.

Plaats een reactie